'Het is nodig, dus we doen het'Op 4 mei 1988 om 20.30 uur organiseerde de stichting J'accuse
voor de twintigste keer een bijeenkomst in de grote
zaal van hotel Krasnapolsky in Amsterdam. De eerste keer was in 1969. Of er voor die avond
al een affiche werd gemaakt. kan niemand zich herinneren. Op het tweede stonden alleen
letters, maar vanaf 1971 tekende Opland de affiches en strooibiljetten. Elk jaar (op 1974
na, toen er een tekening op stond van Frits Müller) maakte hij een of meer affiches - J'accuse
organiseerde ook door het jaar heen bijeenkomsten.
Op deze pagina's vindt u zeventien 4 mei posters van
Opland, waarop naast een illustratie van het thema ook te zien is wie er in de loop van de
jaren een toespraak hielden of optraden. Het is een indrukwekkende rij schrijvers,
politici, verzetsstrijders, actievoerders en artiesten. De oprichters van de stichting
onder wie Han Wielek, Joop Voogd en Jacq. Smeets, vonden dat de herdenking van de
slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog een actuele betekenis moest krijgen: de
bestrijding van discriminatie, fascisme, aantasting van de mensenrechten. Die opvatting is
nu volgens J'accuse ingebed in de algemene opzet van de 4 en 5 mei-herdenkingen.
Opland maakte in 1988 zijn laatste 4 mei-affiche: 'Een
opgeheven vingertje ja, daar ben ik toch zo goed in! Ik heb mijn eigen hand getekend,
tamelijk naturalistisch, breekbaar. Een beetje een oud vuistje.'
Waarom ging hij voor J'accuse tekenen? 'Ja, hoe gaat dat? Iemand vroeg het me, in
een café of zo, Wielek geloof ik. Het was zo'n stel eigenzinnige linkse vrijdenkers, een
nette club, dat voel je. Je moet met dit soort werk altijd op je qui-vive zijn, of je niet
gebruikt wordt, of ze politiek onafhankelijk zijn. Als dat zo is, moet je ook meedoen vind
ik.
Ik was nooit bij de vergaderingen. Het werd lente en dan kwam ik eens iemand van de
stichting tegen, dan hoorde ik het thema. Later volgde een briefje van een paar regels,
dat eindigde met Met vriendelijke aandrang. Dan wist ik genoeg.
Opdrachtgevers zijn altijd laat, het moet altijd gisteren klaar zijn. Maar onder druk
ontstaan vaak de beste ideeën. Ik heb niet te klagen over inspiratie, maar soms werd ik
radeloos. Tijdens de Vietnam-oorlog, die bommen bleven maar vallen, en later met die
kruisraketten je gaat jezelf snel herhalen: bom naar beneden, raket naar boven, wat moet
je anders?
Ik zet zo'n affiche op in potlood. Daarna vul ik het in met Oostindische inkt en dekwit.
Ze wilden er altiid veel letters op, veel te veel, maar ik stel er een eer in die er
allemaal in te verwerken. Ik was ook trots als ik er twee keer J'accuse op kreeg,
boven en onder. Behalve als het in Krasnapolsky was, dat wilde ik er ook groot op. Dat is
zo'n mooi woord, Krasnapolsky. Het doet me denken aan Poolse bergen en het is de
enige Amsterdamse plek met een lage drempel. Een enkele keer was het in Paradiso, wilden
ze misschien meer jeugd trekken. Soms was het wel eens lastig dat je een affiche nog bijna
nat moest inleveren. Een week laten liggen en er dan nog eens naar kijken, was er niet
hij.
Ik ga door, ondanks mijn cynisme. Dat is dan de afdeling utopia: terugschieten met de
laatste munitie die je hebt, de vijand neersabelen met mijn penseel. Het is heerlijk om te
doen, een uitlaatklep. Boosheid van wanhoop doortrokken. Ik zou me wel eens vrijgesteld
willen voelen, me in een ivoren toren terugtrekken, maar het komt er niet van.
Zelf ben ik nooit naar die bijeenkomsten gegaan. Ik herdenk
in stilte. De affiches zijn mijn bijdrage, dat is mijn vorm van barricaden bestijgen.'
J'accuse affiches door Opland
[1971 - 1975]
[1976 - 1979] [1980 - 1983]
[1984 - 1987] [Top]
|