In Brussel waren onlangs de ministers van de defensie van
de Europese Unie (EU) weer bijeen. Al in 1998 in St Malo
besloot de EU door een plotselinge omzwaai van de Britten,
tot het opzetten van een eigen militaire identiteit. En
vorig jaar december in Helsinki, met de Kosovo-oorlog van
de NAVO nog vers in het geheugen, was het dan zover: er
komt in 2003 een Europese defensiemacht van 60.000 man.
Geen staand leger, maar niettemin een krijgsmacht, die binnen
zestig dagen bijeen moet kunnen zijn. Vanwege de periodieke
aflossing gaat het in wezen om 200.000 man. In Brussel bleek
echter dat de problemen legio zijn. Niet alleen is er nog
lang geen EU-leger, maar ook ontbreekt het materieel om
het operationeel te maken.
Een 'tegenvaller', waar niemand rouwig om hoeft te zijn.
Het Helsinki-plan brengt namelijk heel wat risico's met
zich mee. De nadelen lijken stukken groter dan de voordelen.
Binnen de EU ziet men als belangrijkste voordeel dat deze
nu apart en zelfstandig tot militaire operaties kan besluiten.
Hoewel er op dit punt ook meningsverschillen bestaan binnen
de EU. Zo willen de Fransen vooral volledig politiek-militaire
zelfstandigheid, terwijl de Britten aangaande het EU-leger
sterk de nadruk leggen op de band met de NAVO. Progressieve
krachten in West-Europa hebben hiervoor een argument dat
voortkomt uit idealisme. Uit naam van idealisme zijn vreselijke
dingen gebeurd, maar ik begrijp op zich best dat voorstanders
van een Europese federatie de eenheid ervan liever niet
beperken tot een gezamenlijke munt. Vanuit een sterke federatiewens
wordt, ook al ontbreekt onder de burgers het daarvoor noodzakelijke
Europese 'natiegevoel', dus gekozen voor een Europese militaire
identiteit. Dit opdat de EU niet louter een economische
dimensie heeft.
Maar het blijft vreemd dat burgers over een dergelijke
zaak niet worden geraadpleegd; net als in de meeste EU-lidstaten
de mensen nooit via referenda om hun instemming met de euro
is gevraagd. Kortom, ook hier is, in termen van Hans Achterhuis,
weer sprake van een 'politiek van de goede bedoelingen',
zonder de mensen er bij te betrekken, en zonder echt stil
te staan bij de gevolgen ervan. Een idealistisch argument
is ook, zeker voor een deel van GroenLinks, dat er zo militair
kan worden ingegrepen bij humanitaire crises. Weinig plausibel,
omdat dat nu ook kan, en wel in het SHIRBRIG-kader of via
de 'coalition of the willing', zoals enkele jaren terug
onder leiding van de Italianen in Albanië gebeurde. Daarvoor
is niet het EU-kader nodig. Het duurt bovendien maanden
voordat het EU-leger bijeen is. Een staande VN- of OVSE-politiemacht
lijkt dan meer voor de hand te liggen, als men per se afwil
van de huidige praktijk van de 'coalition of the willing'.
Een Europees leger zal zich overigens niet beperken tot
ingrijpen bij humanitaire crises. Militairen als generaal
b.d. K. Homan zeggen nu reeds dat het ook een rol zal moeten
spelen bij 'het veiligstellen van vitale belangen, zoals
bijvoorbeeld de toevoer van grondstoffen en het indammen
van vluchtelingenstromen'.
We vergeten maar al te vaak dat de EU formeel niet behoort
tot de structuur van de internationale rechtsorde, maar
een blok of landengroep is met een duidelijk eigenbelang.
Overtuigender lijken de nadelen. In de eerste plaats zet
elke stap in de richting van een militarisering van de EU
de verhouding met Rusland onder druk. Tot nu was dit land
niet tegen de oostwaartse uitbreiding van de EU, maar wel
fel gekant tegen de NAVO-expansie richting Russische grens.
Moet nu ook Rusland tot een tegenstander van EU-uitbreiding
worden gemaakt? Dat zal zeker het geval zijn, als het Westen
zal proberen de Baltische landen via het achterdeurtje van
het EU-leger de NAVO binnen te loodsen. In de tweede plaats
wordt door het Helsinki-besluit de machtsfactor van de EU
geaccentueerd. Dat zal niet alleen naar buiten toe politieke
onrust creëren, maar ook sneller eventuele militaire interventies
van de EU tot een wereldwijd omstreden onderneming maken,
net als momenteel het geval is met die van de VS. In de
derde plaats hebben legers net als wapens een eigen dynamiek.
Een klein begin smaakt al spoedig naar meer. Hetzelfde geldt
voor een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid. Geheimhouding
wordt troef. We zien dat momenteel met de grote verlegenheid
van (delen van) het Europese parlement met de door de lidstaten
goedgekeurde geheimhoudingsplannen van Hoge Vertegenwoordiger
en EU-'superminister' Javier Solana. Aangezien veiligheid
hand in hand lijkt te moeten gaan met buitenlands beleid,
betreft de geheimhouding ook niet-militaire zaken. Tel uit
je winst. De democratische controle, die in de EU toch al
een kasplantje is, wordt met dit prestigieuze eigen krijgsmachtplan
zo een zware slag toegebracht.
Als vierde bezwaar wordt wel genoemd dat een EU-leger zou
kunnen gaan fungeren als een splijtzwam tussen de VS en
Europa. Zeker als Frankrijk in het gemeenschappelijke veiligheids-
en buitenlandbeleid een hoofdrol gaat spelen. De Amerikanen
hebben trouwens een ambivalente houding ten aanzien van
de plannen. Enerzijds is men redelijk positief, maar anderzijds
is er ook scepsis en irritatie. Ik til hier echter niet
te zwaar aan. Ook niet aan het feit dat de Amerikaanse minister
van defensie William Cohen gisteren, zoals vandaag alle
kranten meedelen, waarschuwde dat door Helsinki de NAVO
'een relikwie van het verleden kan worden'. Het hoort bij
het spel en is bedoeld als druk ten gunste van hen die een
sterke band van het EU-leger met de NAVO voorstaan. De NAVO
zal overigens nog zeer lang haar superioriteit behouden,
of we dat nu leuk vinden of niet. De machtsrivaliteit tussen
de VS en de EU ligt overigens vooral op economisch terrein.
Maar veel erger is dat met een EU-krijgsmacht de VN indirect
wordt ondermijnd, net als het in progressieve kringen levende
plan van een staand VN-leger of politiemacht. Dat is dus
mijn vierde bezwaar. De EU richt zich immers, net als de
NAVO en anders dan de VN en de OVSE, niet op bescherming
van de internationale rechtsorde. En juist die behoeft bescherming.
Kortom, het lijkt zaak dat de EU zich nog honderd keer bedenkt
alvorens het Helsinki-plan door te zetten.
De sociaal-democraten en de groenen zouden zich eveneens
diepgaand moeten bezinnen op de vraag of ze hieraan nog
wel hun goedkeuring moeten (blijven) geven. Ook omdat hun
argumenten daarvoor, voortkomend uit idealisme, flinterdun
zijn. Het zal trouwens grote financiële consequenties hebben
voor de burgers in Europa. Misschien is dat wel het vijfde
nadeel, omdat de prioriteiten op een ander terrein liggen.
Te denken valt aan de bescherming van het milieu en de uitbreiding
van de EU met Oost-Europa. De Helsinki-plannen zijn bovendien
onnodig. De EU heeft immers geen veiligheidsprobleem, en
ook denken de NAVO-leden in de EU er niet aan de NAVO te
verlaten. De EU is momenteel een economisch fort zonder
al te veel democratie. Die democratie moet verder worden
uitgediept. Ten slotte is het zaak de Oost-Europese landen
snel op te nemen en tegelijk de veel bredere OVSE uit te
bouwen. Op militarisering van de EU onder het mom van humanitaire
interventie, hoe versluierd ook, zit niemand te wachten.
(Bron: Trouw 7 december 2000)
[
top | reacties welkom postbus@j-accuse.nl
]
|