NB: U kunt dit artikel ook downloaden
(Word) of printen (rechts klikken op de tekst en print kiezen)
Bron:
NRC-Handelsblad d.d. 15 februari 2000
Het
loont ook tegenwoordig nog om Machiavelli te lezen. Juist
wie de politiek
vooral vanuit idealistische, morele preoccupaties benadert,
loopt het gevaar de
ingezette middelen vanuit de schone doelen te legitimeren,
stelt
Hans Achterhuis.
Het
adagium 'het doel heiligt de middelen' wordt hardnekkig
aan Machiavelli toegeschreven. Maar deze uitspraak is niet
alleen nergens bij de Florentijn te vinden, er kan zelfs
met kracht betoogd worden dat een van de hoofdlijnen uit
zijn werk eruit bestaat haar te bestrijden. Juist de tegenstanders
van Machiavelli blijken impliciet vaak van deze leus uit
te gaan.
Zo ook de politiek leider van Groen Links, Paul Rosenmöller.
Toen deze eind vorig jaar de Machavelli-lezing hield, was
te verwachten dat hij ook uitgebreid naar Machiavelli zou
verwijzen. Helaas leek hij meer uit het vat vol vooroordelen
over de grote denker te hebben geput dan dat hij diens boeken
serieus had ingekeken. En voor de zoveelste keer kreeg Machiavelli
de beroemde spreuk weer opgeplakt. Opvallend is echter dat
de buitenlandse politiek van GroenLinks, zeker sinds de
Kosovo-interventie, door het gewraakte adagium beheerst
lijkt te worden. Het zou kunnen zijn dat Machiavelli juist
degenen die zich snel van hem menen te moeten distancieren,
een spiegel voorhoudt ten aanzien van de relatie tussen
doel en middelen.
Machiavelli's meest bekende maar ook beruchte
boek De Heerser is opgebouwd als een middeleeuwse vorstenspiegel.
Van dit literair-politieke genre verschenen tot ver in de
moderne tijd honderden voorbeelden. De nadruk hierin lag
steeds op de beschrijving van de ideale vorst en diens rechtvaardige
en gelukkige bewind. Om dit hoge doel draaide alles in deze
politieke tractaten. Aan de middelen om dit doel te bereiken
werd slechts summier aandacht besteed. Voorzover ze ter
sprake kwamen, werden harde en wrede middelen niet geschuwd.
De grote nadruk op het hoge doel maakte dit soort middelen
echter aanvaardbaar. Hier gold, zeker omdat het steeds over
christelijke vorsten en christelijke politiek ging, dat
het doel de middelen letterlijk heiligde..
'De Heerser' draait de aandacht voor doel
en middelen om. De eerste 25 hoofdstukken gaan over de middelen
die in het politieke spel van de macht van belang zijn.
Pas in het laatste hoofdstuk schildert Machiavelli het doel
waarvoor hij zelf deze middelen wenst in te zetten: de eenwording
van Italië. De hieraan voorafgaande hoofdstukken hebben
ondertussen wel duidelijk gemaakt dat de politieke middelen
allerminst door het doel geheiligd worden. In tegenstelling
tot de vorstenspiegels aarzelt Machiavelli niet om politiek
noodzakelijke middelen 'slecht' of 'laag' te noemen, als
ze tegen de heersende christelijke moraal ingaan.
Als we het doel even vooral tot het domein
van de moraal rekenen en de middelen tot dat van de politiek,
kunnen we stellen dat bij Machiavelli de moraal zo'n vijf
procent ruimte krijgt in het politieke machtsspel terwijl
de vorstenspiegels de politiek bijna geheel willen moraliseren.
Hannah Arendt, een van de belangrijkste twintigste-eeuwse
politieke filosofen, gaat nog een stapje verder dan de door
haar hoog bewonderde voorganger. Volgens haar is in de politiek
totaal geen plaats voor het geweten.. Zelf zou ik het liever
bij de zeer beperkte ruimte van Machiavelli voor de moraal
willen houden..
Voor de moreel-humanitaire wezens die
wij als moderne of postmoderne Westerse mensen zijn, klinkt
dit ongetwijfeld hard en teleurstellend. Aan het eind van
de twintigste eeuw hebben we juist van onder anderen de
Frans-joodse filosoof Emmanuel Levinas geleerd te luisteren
naar het appèl dat uitgaat van het naakte en weerloze
'gelaat van de ander'. De morele keuze tussen goed en kwaad
vindt hier haar oorsprong. In directe persoonlijke relaties
is het vaak mogelijk, met vallen en opstaan natuurlijk,
aan de ethische oproep gehoor te geven. Maar hoe zit het
als de naaste ver weg is, als hij of zij ons bijvoorbeeld
alleen via het televisiescherm aanspreekt of via de posters
van een ontwikkelings-hulporganisatie? Kan hier ook simpel
aan het morele appèl worden voldaan?
In zijn afscheidsinterview als secretaris-generaal
van de NAVO had Solana het over de Kosovaren als 'de zieligste
mensen van Europa'. Om hen te beschermen was 'het uiterste
middel van het geweld' ingezet. Kan in de internationale
politieke realiteit een moreel gevoel - medelijden in dit
geval - even snel en direct uitgedrukt worden als in persoonlijke
relaties?
Het lijkt niet nodig om de NAVO-interventie
uitgebreid te evalueren om te ontdekken dat het antwoord
op deze laatste vraag negatief is. Op dit moment zijn de
Tsjetsenen ongetwijfeld kampioen in de zieligheidsrace van
Solana.
De mogelijkheid om hen daadwerkelijk te helpen, is echter
nihil. Dit komt overigens voor een belangrijk deel doordat
wij als neveneffect van de interventie in Kosovo voor de
Russen veel van onze humanitaire geloofwaardigheid verloren
hebben. Maar ook de hoge morele doelen zelf die in Kosovo
nagestreefd werden, zijn ondertussen flink bezoedeld. Het
ingezette middel bleek een tweesnijdend zwaard te zijn.
Niet alleen het 'uiterste middel'
bereikt in de politieke werkelijkheid meestal niet zijn
doel. Ook de moreel gekleurde middelen zelf hebben er vaak
een totaal andere uitwerking dan in de direct persoonlijke
morele relaties. Ze kunnen zelfs contraproductief uitpakken.
De beschouwingen die over de Nobelprijs voor Artsen zonder
Grenzen zijn verschenen, miskennen steevast deze politieke
dimensie van de ethisch geïnspireerde hulpverlening.
De oorsprong van deze humanitaire organisatie ligt in de
burgeroorlog in Nigeria eind jaren zestig. Toen deden de
kindertjes uit Biafra met hun hongerbuikjes voor het eerst
een moreel beroep op onze gevoelens. Medicins sans Frontières
werd mede door Bernard Kouchner opgericht om hulp te bieden
waar de officiële organisaties het lieten afweten.
De morele intenties die Kouchner en anderen bezielden, verdienen
ook nu nog alle lof. Achteraf zijn de meeste waarnemers
het er echter over eens dat deze humanitaire interventie
een reeds verloren burgeroorlog verléngde en zo vele
extra slachtoffers heeft gekost. Te veel moraal blijkt in
de politieke werkelijkheid soms averechts uit te pakken.
Het klinkt hard, maar ook achteraf
blijkt hier het doel de middelen te blijven heiligen. Omdat
dit doel zo hoogstaand was en zoveel nadruk kreeg, is het
kennelijk te pijnlijk achteraf serieuze vragen te stellen
over de gebruikte middelen. Ook in de Kosovo-politiek van
GroenLinks lijkt, al dan niet achteraf, het hoge morele
doel de middelen te blijven heiligen. In een open brief
aan Freek de Jonge vlak na het begin van de interventie
over de steun van zijn partij aan de NAVO, beriep Rosenmöller
zich vooral op het geweten. De politieke keuze werd tot
een gewetensvraag' gereduceerd. Vanuit het hoge morele doel
werd deze vervolgens pro-interventie beantwoord. Over de
politieke problematiek van deze keuze stond er nauwelijks
iets in Rosenmöllers brief, de politieke werkelijkheid
op de Balkan werd er niet in geanalyseerd. De relatieve
aandacht die aan respectievelijk doel en middelen werd besteed,
verschilde niet zoveel van de traditionele vorstenspiegel.
Toen vervolgens de ingezette middelen duidelijk uit de hand
liepen, kwam er geen protest van Groen Links en werden er
geen Kamervragen gesteld. Het loont ook tegenwoordig nog
Maciavelli te lezen. Juist wie de politiek vooral vanuit
idealistische, morele preoccupaties benadert, loopt het
gevaar de ingezette middelen vanuit de schone doelen te
legitimeren.
Voor de moralist die politiek wil bedrijven, blijft Machiavelli's
les van kracht. De eigen werkelijkheid van de politiek zal
altijd het leeuwendeel van de aandacht blijven vragen. Hier
liggen de vragen over de inzet van geëigende middelen.
Pas wie deze werkelijkheid met zijn analyses en inschattingen
zoveel mogelijk recht doet, kan overwegen zijn morele idealen,
voor een altijd beperkt deel, te realiseren. Wie echter
meent dat in de politiek net als in de moraal een koninklijke
en directe weg bestaat om gehoor te geven aan de morele
oproep van het gelaat van de ander, zou paradoxalerwijze
de idealen waarvoor hij zich inzet wel eens kunnen verliezen
en verloochenen.
Prof.
dr. H.J. Achterhuis is hoogleraar Algemene Wijsbegeerte
aan de
Universiteit Twente.
[ top
| artikel downloaden (Word)
reacties
welkom postbus@j-accuse.nl ]
|