De verdieping 
Naar een islam volgens Calvijn

door Marcel ten Hooven

NB: U kunt dit artikel ook downloaden (Word) of printen (rechts klikken op de tekst en print kiezen)

De Rotterdamse GroenLinks-wethouder Herman Meijer krijgt het niet benauwd bij de gedachte dat grote steden rond 2015 meer inwoners van buitenlandse komaf tellen dan autochtonen. Hij noemt de nieuwe manier van samenleven die dat met zich meebrengt, een lastige uitdaging. Maar zeker geen hopeloze.

Hij heeft ondervonden hoe het contact met andere culturen ook bij hem sporen heeft achtergelaten: ,,Ik merk dat ik meer dan vroeger persoonlijke aandacht schenk aan mensen die ik ontmoet. Ik schud ze vaker de hand en neem meer tijd om naar hun welbevinden te informeren. Thuis ben ik gastvrijer. Ik heb tegenwoordig altijd eten en drinken klaarstaan voor het geval iemand aanbelt. Ik heb dat geleerd van mijn Marokkaanse vrienden.

'' De Rotterdamse wethouder Herman Meijer (GroenLinks) put uit zijn persoonlijke ervaring, ter illustratie van de veelzijdige culturele beïnvloeding in een stad waarvan de bevolking thans voor veertig procent uit allochtonen bestaat. Het perspectief van multiculturele grote steden die volgens de officiële statistieken over luttele jaren, rond 2015, meer inwoners van buitenlandse komaf tellen dan autochtonen, hoeft volgens Meijer niet verontrustend of benauwend te zijn. Hij beschrijft dat vooruitzicht als een lastige, nochtans niet hopeloze uitdaging om een nieuwe modus voor het stedelijk samenleven te vinden. Meijer: ,,Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, schreef onlangs in zijn stuk De multiculturele illusie dat wij, autochtonen, alleen geïnteresseerd zijn in het eten en de muziek van vreemdelingen. Ik vind dat een platte opvatting. De culturele beïnvloeding over en weer gaat veel dieper. Marokkanen hebben mijn wereld verruimd. Ieders identiteit verandert in het sociaal-maatschappelijke laboratorium dat Rotterdam tegenwoordig is. Er komt wat bij, er gaat wat af. Bij autochtonen èn allochtonen. De Nederlandse islam zal meer calvinistische trekken vertonen dan de Belgische of de Amerikaanse.'' 

,,Nederlandse moslims zijn leerstelliger, rationeler en tekstkritischer dan moslims in een overwegend katholieke omgeving, zoals België. Hoewel dit een puur persoonlijke hypothese is, baseer ik haar wel op mijn ervaringen met moslims hier. Ik ken moslimvrouwen die in leesclubs vanuit een feministisch oogpunt de koran bestuderen. Klopt het wel wat die mannen van ons beweren over de positie van de vrouw in de koran? Nee, dat klopt niet. Zo'n eigen clubje dat het heilige boek bestudeert, dat heeft veel weg van de manier waarop destijds de christelijke plattelandsvrouwen zich hebben geëmancipeerd.'' Meijer merkte ook in een gesprek met een Marokkaanse welzijnswerker hoe cultuurgebonden Nederlandse opvattingen zich met Marokkaanse hadden gemengd. Hij sprak hem ten tijde van de rellen met Marokkaanse jongeren in de Antwerpse wijk Borgerhout. ,,Volgens hem zullen zulke rellen in Nederland nooit voorkomen. Dat denk ik ook, zei ik, maar waarom denk jij dat? Volgde zo'n Nederlandse welzijnsriedel, over die Belgische Marokkanen die eens rekening moesten houden met anderen. Typisch de Nederlandse consensusgedachte.'' 

Herman Meijer (53), wethouder sinds 1994, is de grondlegger van de herziening van het Rotterdamse minderhedenbeleid, twee jaar geleden. De achterliggende gedachte van dat beleid is dat de integratie van minderheden specifieke maatregelen vergt voor elke allochtone bevolkingsgroep, rekening houdend met de cultureel-etnische kenmerken van deze groep. Hoe voor de hand liggend dit idee wellicht oogt, zo'n aanpak met 'specifieke arrangementen' was lange tijd taboe. De angst bestond dat extreem-rechts het zou aangrijpen voor zijn boodschap dat allochtonen een voorrangspositie genieten. 

Zeker voor Rotterdam was de wending in het beleid revolutionair. Door de langdurige dominantie van de PvdA in de havenstad drukte het gelijkheidsdenken een zwaar stempel op de Rotterdamse politiek. In dat denken paste het niet om onderscheid tussen bevolkingsgroepen te maken. Zo stond het ook letterlijk in de minderhedennota van 1978, de grondslag van het integratiebeleid in de jaren vóór de wending. Meijer: ,,Ja, de sociaal-democraten moeten als geen andere politieke groepering rekening houden met de gevoelens in hun achterban, die al gauw roept: Jullie vergeten ons, jullie denken alleen aan die allochtonen! Nu heeft de gemeente ook wel domme dingen gedaan, maatregelen die zulke gevoelens opriepen. Zoals dat gratis zwemmen voor allochtone vrouwen. Echt stom. Het is begrijpelijk dat autochtone vrouwen vroegen: Zijn wij dan geen etnische groep? Je moet bij een specifiek arrangement voor een allochtone groep nooit zo onverstandig zijn de autochtonen geheel uit te schakelen.'' ,,Het probleem van de sociaal-democraten is dat hun ideologie kleurenblind is. Etnisch-culturele verschillen doen er niet toe, alleen sociaal-economische tellen. Door die blinde vlek krijgt de sociaal-democratie etnisch-culturele verschillen niet in beeld waar ze wèl relevant zijn. Dat viel me ook op in dat eerste, geruchtmakende stuk van PvdA'er Paul Scheffer. Hij toonde geen begrip voor de waarde die zulke verschillen kunnen hebben. Hij zag ze slechts als een belemmering voor emancipatie.'' ,,Dat is typerend voor de sociaal-democraten. Zij zijn verlegen met verschillen. Ze zien ze doorgaans als iets negatiefs, zelden als iets positiefs. Daardoor missen ze kansen. In het onderwijs, bijvoorbeeld, is het van belang de verscheidenheid in etnisch-culturele achtergronden van allochtonen te onderkennen. Onder Marokkanen tref je veel meer dichters en schrijvers aan dan onder Turken. Dat heeft te maken met de literaire oriëntatie van de Marokkaanse cultuur. Zij hebben veel verhalen. Dat gegeven kun je in het onderwijs benutten, door bij die orale verhaaltraditie aan te sluiten. Andersom laat je in het onderwijs kansen liggen, als je die traditie en daarmee het kenmerkende verschil tussen de Marokkaanse en de Turkse cultuur negeert.'' 

,,Bij christen-democraten, althans bij calvinisten, ontwaar ik meer begrip voor de waarde van het verschil. Het anti-thetisch denken zit toch diep. Calvinisten hebben niet, zoals katholieken, de neiging om alleen de synthese, de overeenkomsten tussen mensen waardevol te vinden. Ikzelf heb vooral in de flikkerbeweging het plezier ontdekt dat je aan verschil kunt beleven.'' Meijer ondervond ook bij de VVD weerstand tegen zijn idee om voor elke groep allochtonen een specifiek arrangement te ontwikkelen. ,,Het past niet in de wereldbeschouwing van liberalen om mensen groepsgewijs te benaderen, in plaats van individueel. Zij gaan uit van het autonome individu, iemand die zijn eigen weg gaat en zelfstandig tot oordelen in staat is. Het is voor liberalen lastig in gemeenschappen te denken. Hun model van de staatsburger is dat van de etnisch-cultureel neutrale persoon. Bolkestein kiest daarin een extreme positie. Bij hem kun je pas meedoen als je volledig bent witgewassen.'' Bij het CDA en zijn eigen partij, GroenLinks, ontmoette hij meer begrip voor het uitgangspunt de allochtonen in etnisch-culturele groepen te onderscheiden. ,,Het kost christen-democraten, zelf een product van de verzuiling, geen moeite verscheidenheid tussen groepen te onderkennen, dankzij hun traditionele denken over de soevereiniteit in eigen kring. Ik volgde destijds met belangstelling het debat tussen Lubbers en Van Mierlo over verzuiling. Lubbers, de katholiek, zag geen enkel bezwaar tegen de oprichting van islamitische scholen. Waarom zou je de moslims iets ontzeggen wat eerder de katholieken hielp bij hun emancipatie? Van Mierlo, de ex-katholiek, nam het puur liberale standpunt in. Moderne mensen hadden volgens hem geen zuil nodig. Ik vroeg me toen meteen af: Wie zegt dat moslims moderne mensen zijn?'' 

,,Na de Tweede Wereldoorlog zijn er nog vier nieuwe zuilen ontstaan. De vrijgemaakt-gereformeerde, de evangelische, de antroposofische en de orthodox-joodse. Ik heb het dédain waarmee buitenstaanders tegen deze nieuwe zuilen aankijken nooit begrepen.

'' Meijer, actievoerder voor de 'flikkerbeweging' in de tijd dat hij als de artiest Hermien Katendrecht door het leven ging, meent dat GroenLinks haar empathie met verzuiling dankt aan haar oude banden met actiegroepen. ,,GroenLinks en haar radicale voorgangers hebben veel ervaring opgedaan met de vrouwen- en homobewegingen. Die bewegingen hebben mijn partij geopenbaard hoe belangrijk de beleving van collectieve eigenheid is voor het emancipatieproces.'' 

,,Verzuiling kan, dat weten we van het verleden, heel benauwend zijn, zeker met een hiërarchische organisatie waarin een of andere autoriteit aan het hoofd staat. Maar het kan voor minderheden ook een route zijn waar ze wijzer van worden. Ik heb van nabij meegemaakt dat de organisaties van protestants-christelijke plattelandsvrouwen en katholieke vrouwen geen gekke gevolgen voor hun emancipatie hadden. Dankzij die organisaties konden ze kader vormen en zich heroriënteren op hun positie in de maatschappij. Dat zijn twee erkende voordelen van verzuiling.'' 

,,In de verzuilde Nederlandse moslimwereld zie je nu een vergelijkbaar proces van heroriëntatie. Ik was laatst bij de moslimomroep, in een uitzending over homoseksualiteit bij moslims. Er was een vertegenwoordiger van de islamitische homobeweging, een orthodoxe moslim, een schriftgeleerde. Ik maakte daar precies dezelfde discussie mee als twintig jaar geleden bij de Ikon met christelijke homo's. De Nederlandse moslims zijn volop bezig met de grondslagen van hun bestaan, met een heroriëntatie op de moderne tijd.'' 

,,Zo'n discussie als bij de moslimomroep zul je niet zien op de Egyptische of Libische televisie. Het substraat van onze samenleving dringt in de gemeenschap van Nederlandse moslims door. Op hun beurt oriënteren zij zich op onze maatschappij. Volgens de koran heeft de profeet gezegd dat moslims zich in een ander land moeten aanpassen en zich oriënteren op de cultuur van dat land. Het eerste woord in de koran luidt: lezen. De islam is van oorsprong een rationele godsdienst. Zij heeft in haar gebied de verlichting gebracht, hoewel je dat niet zou zeggen met al die fanatici die rondrennen. Helaas heeft de islam sinds de val van Boabdil in 1528, de laatste moorse koning van Granada, een tijdlang in de duisternis van een winterslaap verkeerd.'' 

De beweging die op gang is gekomen onder de Nederlandse moslims, toont volgens hem aan dat de cultuur waaruit mensen voortkomen vatbaar is voor invloeden van andere leefstijlen. ,,Het is onzin om iemands cultuur als een onveranderlijke genencode te beschouwen. Dan maak je een dramatische fout. Dat is mijn kritiek op het idee van integratie met behoud van eigen identiteit. Dat idee ontkent de essentie van integratie. Iemand die zich voegt naar een andere samenleving zal altijd merken dat zijn eigen identiteit wijzigingen ondergaat. Dat kan een oorzaak zijn van de huiver die witte ouders hebben om hun kinderen naar zwarte scholen te sturen. Ze vrezen voor een sluipende verandering van hun identiteit.'' 

,,De bijbel zegt: Een ieder die zijn ziel wil behouden, zal haar verliezen, maar wie zijn ziel heeft verloren om Mijnentwille, zal haar weer vinden. Dat bijbelwoord is van toepassing op de veranderingen die de immigratie in de grote steden teweeg heeft gebracht. Degenen die vreesden voor hun ziel zijn boos vertrokken. Voor anderen kan het sociaal-maatschappelijke laboratorium hier, in Rotterdam, lastig zijn maar ook leuk. Zij zoeken naar een nieuwe manier van samenleven. Dat vergt dat ze zich bevrijden van elementen van hun eigen cultuur, om zich delen van een nieuwe cultuur eigen te maken.'' 

Het beleid met 'specifieke arrangementen' heeft inmiddels een paar opvallende, soms spraakmakende projecten opgeleverd, zoals een kostschool voor Turkse jongens, oude-liedentehuizen voor Chinese en Surinaamse bejaarden en huiswerkcursussen waarop Marokkaanse jongeren hun broertjes of zusjes bijstaan. ,,Wat me dwarszit is dat Marokkaanse jongeren alleen gehoord worden als de jeugdcriminaliteit in hun kring ter sprake komt. Ik ken een gemeente waar Marokkaanse jongens een ruimte wilden om muziek te maken. Ze kregen nul op het rekest met hun subsidie-aanvrage. Een jaar later vroegen ze opnieuw subsidie aan, nu met het argument dat zoveel Marokkaanse jongeren rondzwierven en dat een eigen muziekruimte hen van straat kon houden. Deze keer hadden ze wèl succes.''

,,Mijn ervaring met Marokkaanse jongeren is dat zij hun eigen verantwoordelijkheid goed aankunnen, mits zij vertrouwen krijgen. Op die huiswerkcursus hebben ze zèlf het initiatief genomen hun jongere broertjes en zusjes bij te staan. Kom met zo'n idee maar eens aan bij Nederlandse leeftijdgenoten...vergeet het maar. Marokkaanse jongeren zijn onzeker, maar wie hun het vertrouwen schenkt kan veel terug verwachten. Ik vind dat ontroerend.'' 

Een opvallend 'specifiek arrangement' heeft de bouw van een nieuw gebedshuis voor de Rotterdamse moslims, de Es Salammoskee, mogelijk gemaakt. Een sjeik uit de Arabische Emiraten die, om de welwillendheid van de Allerhoogste te verwerven, via een stichting de bouw van moskeeën in het Westen financiert, bood geld voor dat bouwproject. Vanwege de geloofsregel dat waar een moskee wordt gebouwd, de grond voor de eeuwigheid deze bestemming dient te hebben, stelde hij wel als voorwaarde dat de moskeevereniging het bouwterrein in eigendom kreeg. 

Dat was in strijd met het strikte Rotterdamse beleid om grond in principe alleen in erfpacht uit te geven. Meijer kreeg na een lang debat de Rotterdamse raad aan zijn zijde om deze keer een uitzondering te maken en een religieus principe te laten prevaleren boven een politiek uitgangspunt. 

Meijer waagt zich niet aan een uitspraak over de vraag of de aanpak met 'specifieke arrangementen' de weerstanden tegen de komst van vreemdelingen in Rotterdam heeft verminderd. ,,Dat durf ik echt niet te zeggen. Wanneer mensen worden geconfronteerd met iets nieuws, reageren ze eerst met verwondering en nieuwsgierigheid, om daarna, als het nieuws onaangenaam of ingewikkeld blijkt, de fase van ontkenning in te gaan. Ze verlaten de stad, of ze accepteren de veranderingen in hun leefomgeving. Dat Rotterdammers extreem-rechts hebben weggevaagd, dat radicale verschijnsel van de fase van weigering, is voor mij een teken dat we in de fase van het realisme zijn beland.'' 

Bron: dagblad Trouw
http://www.trouw.nl/
internetredactie@trouw.nl

[ top | artikel downloaden (Word)
reacties welkom postbus@j-accuse.nl ]