Zappende kiezer overschat
zichzelf
Mark Elchardus over de kloof tussen burger en politiek
Caroline de Gruyter
Dit weekeinde barst de campagne voor de komende verkiezingen
los. Worden politici steeds populistischer, oppervlakkiger
en gevaarlijker? De Belg Mark Elchardus denkt van wel. Nederland
gaat meer en meer op België lijken. `De bange burger
wil steeds liever schuilen bij een sterke leider.'
De Belgische media ontdekten een paar weken geleden dat
een Congolees meisje van vijf, Tabita, onbegeleid op het
vliegtuig terug naar Kinshasa was gezet. Ze was illegaal
naar België gereisd om vandaaruit naar haar moeder
in Canada te gaan. De natie was in rep en roer: hoe kun
je in vredesnaam een kleuter alléén het land
uit zetten? Er was niemand die Tabita in Kinshasa van het
vliegtuig kwam halen. Premier Verhofstadt was op dat moment
in Beiroet op een vergadering van de francophonie, alle
landen ter wereld waar Frans wordt gesproken. Maar hij wist
meteen van het meisje Tabita: zijn medewerkers in Brussel
hielden hem constant op de hoogte van de stemming in het
land zoals de media die weerspiegelden.
Op het moment dat gasten in Belgische talkshows hun gal
begonnen te spuwen over de zaak, zat Verhofstadt al met
journalisten aan de telefoon. Hij verzekerde hen dat hij
het probleem zou oplossen. Daarop sprak hij zijn Canadese
collega Jean Chrétien aan, en regelde dat Tabita
alsnog, via België, naar haar moeder in Canada kon.
Dat meldde hij de media in België, die dat meteen berichtten.
Het geloei over de `falende politici' verstomde weer. De
premier had zijn huid gered.
Dit is maar een klein voorbeeld van wat Mark Elchardus,
socioloog aan de Vrije Universiteit Brussel, de `dramademocratie'
noemt. Deze term is ook de titel van een boek dat hij eind
december publiceerde. Daarin probeert hij uit te leggen
waarom er in België, maar ook in andere Europese landen,
zo'n groeiende kloof is tussen de burger en de politiek.
De zaak rond het meisje Tabita mag een voorbeeld lijken
van de burger die direct invloed heeft op een beslissing
op hoog politiek niveau, maar het is eerder een illustratie
van het omgekeerde.
De dramademocratie werkt in een notendop als volgt: de
media storten zich op een thema waarvan zij weten dat het
de burgers emotioneel raakt. Zo dwingen zij politici om
(ook via de media) stelling te nemen of tot actie over te
gaan. En politici moeten wel, als ze als volksvertegenwoordiger
geloofwaardig willen blijven.
Het probleem van dit systeem, dat in alle westerse democratieën
steeds dominanter wordt, is dat de politiek meer en meer
via de media wordt gevoerd. De media dicteren in toenemende
mate de politieke agenda. Belangrijke thema's moeten nogal
eens wijken voor le petit fait bien choisi, zoals Elchardus
incidenten als de zaak-Tabita noemt. Hij stelt dat politieke
partijen hun mensen vooral nog op één criterium
selecteren: doen ze het goed op tv? Inhoudelijke kennis,
een boodschap, politieke ervaring worden minder belangrijk.
Binnen één partij spreken politici elkaar
tegen. De partijlijn, waarin kiezers zich kunnen herkennen,
vervaagt. Elke partij die groot wil worden, moet een massapubliek
zien aan te spreken en appelleert aan duizenden smaken tegelijk.
Het verschil tussen de partijen vervaagt. Het gevaar waarmee
dit systeem de democratie opzadelt, is dat burgers zich
afkeren van partijen. Ze vestigen hun hoop meer op personen,
die vervolgens door de mand vallen.
Elchardus zegt: ,,Het vertrouwen van de burger in de politiek
is in heel Europa bedroevend laag. Iedereen was het er decennialang
over eens: de democratie is perfect. Die tijd is voorbij.
Voor het eerst zeggen mensen dingen als: `Moet iedereen
wel gelijk zijn voor de wet?' Uit peilingen blijkt dat een
kwart van de Vlamingen er ondemocratische gedachten op nahoudt,
en geen bezwaar heeft tegen een `sterke man', een populist
die een eind maakt aan deze permanente verwarring. Liever
een goed staatsman dan een democraat.
,,Er is maar één periode waar mij dit aan
doet denken: het interbellum. Is `conservatisme' in Nederland
nu het toverwoord? Dat verwondert mij niet. Tussen de twee
Wereldoorlogen had je de term `revolutionair conservatisme'.
Dat stond voor: `We gaan een nieuwe orde creëren'.
Dat was de bedding van het fascisme.'
De Dramademocratie is geen vrolijk boek, dat mag duidelijk
zijn. Het sloeg in België in als een bom. Veel kranten
besteedden er aandacht aan, en dat is uitzonderlijk voor
een boek van een wetenschapper dat niet geschreven is voor
een groot publiek. Elchardus kreeg, behalve uitnodigingen
voor lezingen, ook e-mails van journalisten die schreven:
,,Ge begrijpt de media niet!' Van de politici hoorde hij
bijna niets.
De Dramademocratie is een vervolg op De Symbolische Samenleving,
dat dit najaar verscheen. Daarin doen Elchardus en sociologen
in zijn vakgroep verslag van jarenlang onderzoek naar de
oorzaken van de weggevallen zekerheden van de burger, en
zijn reactie daarop. Ook is hij co-auteur van het boek Anatomie
en Oorzaken van het Wantrouwen.
De Dramademocratie is, zegt hijzelf, zijn politieke interpretatie
van de sociologische inzichten die deze eerdere werken hem
verschaften. Het houdt het midden tussen politiek essay
en manifest. ,,Alleen diagnoses stellen was me niet genoeg.'
Op de universiteit schenkt Elchardus koffie uit een plastic
thermoskan en zegt: ,,In België rennen we al jaren
van het ene schandaal naar het andere: Dutroux, Agusta,
de dioxinekippen. Je hoort vaak dat deze schandalen ervoor
hebben gezorgd dat de burger zijn vertrouwen in de politiek
is kwijtgeraakt. Maar ik denk dat het andersom is. De vertrouwenscrisis
wás er al, en dat veroorzaakt de schandalen. Burgers
wentelen zich erin, omdat het hun wantrouwige mensbeeld
bevestigt.'
Het is dus níét de zaak-Dutroux die ervoor
zorgde dat het vertrouwen in justitie, politie en de politiek
in België nog lager is dan elders in Europa? ,,Precies.
Dutroux is het symbool van de crisis, die al langer woekert.
Onze maatschappij is de laatste decennia indringend veranderd.
De vergrijzing, de opkomst van massamedia die thema's als
onveiligheid aanzwengelen, de kloof tussen hoger- en lager
opgeleiden - die nieuwe factoren maken mensen angstig. Hun
mensbeeld verzuurt. Ze zijn het houvast kwijt dat ze hadden
in de verzuilde samenleving, de religie, het gezin. We leven
in een kennismaatschappij, die een grote vaardigheid vereist
in het snel verwerven en gebruiken van informatie. Als je
die vaardigheid niet bezit, voel je je gepasseerd. Ook de
crisis van de verzorgingsstaat geeft velen het gevoel dat
ze vandaag niet weten wat er morgen met ze gebeurt. En sinds
11 september heeft het vertrouwen in de redelijkheid van
anderen er een knauw bijgekregen. Burgers zien dat groeiende
wantrouwen terug in de media, vooral in de commerciële
media, die hevig appelleren aan angst en gevaar. Wie de
hele avond voor de tv hangt, ziet zijn onbehaaglijke wereldbeeld
constant bevestigd. Zo word je nog zuurder. Onderzoek toont
aan dat mensen die minder dan drie uur per dag tv-kijken
en tijd hebben voor sociale contacten, minder verzuurd zijn
dan mensen die langer tv-kijken.'
De witte comités, de groepjes voor maatschappelijke
vernieuwing die tijdens de Dutroux-affaire ontstonden, werden
schromelijk overschat, schrijft u.
,,Er was niemand die zei: `Hé, zo'n comité
bestaat maar uit een klein groepje mensen!' Dat de comités
zelfbenoemd waren en verre van democratisch, hoorde je helemáál
niet. Tijdens een demonstratie van 120 mensen van een wit
comité was de hele pers erbij. Ik heb dat zelf gezien.
Op dezelfde dag was er een andere demonstratie van zeker
vier-, vijfduizend man, die niets met Dutroux of witte comités
te maken had: geen camera te zien. Elke duiding van de zaak-Dutroux
ontbrak. Het enige dat je op tv zag, was een theaterstuk.
Dat destabiliseerde het ganse land. De enige politici die
populair waren, waren degenen die meespeelden volgens de
regels van de dramademocratie. De huidige minister van Justitie
is gemáákt, toen, door de media. Hij zei wat
men wilde horen: er zat vast een samenzwering achter de
zaak-Dutroux, en hij zou er wel voor zorgen dat alles zou
veranderen.'
Als Belgen nu iemand aanwijzen die deze beloften niet waarmaakt,
is het wel deze minister, Marc Verwilghen.
,,Politici die zich toen wisten te handhaven, wekten verwachtingen
die ze niet kunnen inlossen. Niemand probeerde de maatschappelijke
en sociale onderstromen te analyseren. Alles was instant,
sensatie. We hadden geluk dat er geen verkiezingen waren,
meteen daarna. Dan hadden de idiootste figuren nu in de
regering gezeten, al hadden ze het vast niet tot nu volgehouden.'
Zoals de LPF in Nederland?
,,Ik heb gepopeld om de démarche van de LPF in
het boek te verwerken. Maar het manuscript lag al bij de
drukker. Wij hebben in België begin jaren '90 onze
eigen Fortuyn gehad: Jean-Pierre van Rossem. Zijn antipolitiek
was een geweldig succes. Maar zijn lijst is meteen gedesintegreerd.'
Journalisten spelen volgens u een grote rol in de dramademocratie.
Ze kloppen incidenten op, maken en breken politici, geven
te weinig duiding. Toch vindt u dat zij weinig aan deze
situatie kunnen veranderen?
,,Je kunt redacties verwijten dat ze te weinig investeren
in goede onderzoeksjournalistiek. In mensen die de tijd
nemen om een stapje terug te doen, om de waan van de dag
te relativeren. Toch denk ik dat het probleem niet zozeer
bij journalisten ligt, maar bij de grote mediaconcerns.
Steeds meer kranten, tijdschriften en radio- en tv-kanalen
komen in handen van één eigenaar. Die moet
titels en programma's verkopen op de vrije markt. Marketingmensen
die daar werken, doen continu kijkers- en lezersonderzoek.
Ze voelen haarscherp aan dat de klagende burger zijn emoties
in de media terug wil zien. Dus krijgt die burger dat, en
meer dan goed voor hem is. Pure manipulatie. De mediaconcentratie
moet aan banden worden gelegd. Een eigenaar heeft soms zenders,
kranten, toeleveringsbedrijven, drukkerijen en distributeurs
in handen, vaak internationaal. In Groot-Brittannië,
maar ook bij de Europese Commissie, gaan stemmen op om het
marktaandeel van zulke concerns in te dammen. In het kleine,
heterogene, democratische Vlaanderen moet worden nagedacht
hoever een concern als de Persgroep kan gaan.'
Kunt u een voorbeeld noemen van die manipulatie?
,,Dyab Abu Jahjah van de Arabisch-Europese Liga is een
creatie van de media. Nu anti-vreemdelingengevoelens opborrelen,
loont het om hem te lanceren. Avond aan avond griezelen
de mensen voor de tv. In hem zien zij hun angst bevestigd.
Abu Jahjah heeft geen wet geschonden. Toch wordt hij afgeschilderd
als staatsgevaarlijk. Politici, onder wie de premier, hebben
hem in de criminele hoek gezet. Wij onderzoeken integratieprojecten
voor allochtonen. Een van de deelnemers is de tweede man
van de AEL. Hij is tegen integratie, en toont weinig respect
voor andere groepen in de samenleving. Maar zijn radicale
stem vertegenwoordigt weinigen. Hij heeft totaal geen impact
op dat forum.'
Als de media iemand als Abu Jahjah `hypen', doen ze dat
dan bewust?
,,Niet echt. Sommige van die reportages worden in alle
eerlijkheid gemaakt. Daarom heb ik dit boek geschreven.
Ik wil laten zien dat zo'n hype rond één persoon
meer zegt over onze maatschappij dan over die persoon zelf.
Mensen voelen zich onveilig in een veranderende samenleving
en projecteren hun angst op migranten. Dat is de context
waarin Abu Jahjah bovenkomt. Een beter begrip voor die context
zou een ander soort berichtgeving te zien geven.'
Maar dan dragen de media toch een verantwoordelijkheid?
,,Ja, maar je kunt de media niet voorschrijven wat ze wel
of niet moeten berichten. Dan raak je aan de persvrijheid,
aan de democratie. Daarom moet de politiek een antwoord
vinden op dit probleem. Politici springen veel te gretig
in op dit soort berichtgeving. Ze bevestigen zo'n vertoning,
doen er nog een schep bovenop. Waarmee ze impliciet zeggen:
de burger heeft gelijk als hij zo bang is. Zo verwordt de
democratie tot: `u vraagt, wij draaien'. Wat de burger voelt,
krijgt absolute geldigheid. De waan van de dag wordt beleid.
Zo ontaardt de democratie in een politieke komedie.'
Directe democratie par excellence. Roepen daar niet zoveel
mensen om?
,,Maar waar hebben we dan nog een parlement voor? In ons
systeem kiezen burgers parlementariërs om hen te vertegenwoordigen.
Maar die burgers vertrouwen hen niet, omdat ze overspannen
beloften doen die ze niet waarmaken. Bij alles wat parlementariërs
doen, klaagt de burger via de media net zo lang totdat hij
zijn zin krijgt. Parlementariërs spelen dat spel mee.
Als ze dat niet doen, worden ze niet herkozen. Zo worden
alle gevestigde politieke instellingen ondergraven. Ook
partijen stellen niets meer voor.'
U bedoelt dat parlementariërs de kloof met de burger
verder vergroten door de illusie te wekken dat ze tegenwoordig
dichter bij de burger staan?
,,Ja, neem de politieke partijen. In het oude model werkte
iemand zich via de jeugdbeweging of denktank van de partij
langzaam omhoog. Hij leerde anderen te vertegenwoordigen.
Als de partij dacht dat hij `rijp' was, werd hij door de
leden op de lijst gekozen. Nu komt een mediageniek partijlid
razendsnel naar boven, ten nadele van de dossiervreters
en grijze muizen. Dat kan een cafébaas zijn, een
ambtenaar, een zakenman. Het zijn de spin doctors en niet
de leden die dat uitmaken. De kans op goed staatsmanschap
wordt zo kleiner. De kans dat iemand afbrandt, is groot.
Partijen zijn geen ledenpartijen meer, maar kaderpartijen.
Neem de liberale partij van premier Verhofstadt, de VLD.
Die is al afgestapt van de poging om een coherente boodschap
uit te dragen. Iedereen die `bekt' in de media, mag erbij.
De een is voor de koning, de ander wil de monarchie afschaffen.
Kiezers snappen er niets meer van. Ze stemmen misschien
op die mensen, maar hebben geen greep meer op ze. Zo zie
je dat een partij vol met politici die zeggen dat ze dicht
bij de kiezer willen staan, de kloof met de burger vergroot.'
Waarom bent u zo huiverig voor referenda?
,,Omdat het nog meer populisme in de hand werkt. In België
kennen we alleen het gemeentelijk referendum. Laatst bleek
in Gent dat veel mensen niet gingen stemmen. Het liet ze
koud. Dat zijn vooral lager geschoolden, die het meest verzuurd
zijn. Wat bleek? Hoger geschoolden hadden daardoor twaalf
keer meer stemgewicht dan lager geschoolden. Referenda ondergraven
de democratie.'
Toch pleit u voor het invoeren van een referendum. Waarom?
,,Het enige waar ik iets in zie, is het grondwettelijke
referendum met opkomstplicht - alleen dus als het gaat om
een grondwetswijziging, en als het parlement het voorstelt.
Het gaat dan om een gewichtig onderwerp, niet de waan van
de dag. De vraagstelling is beperkt manipuleerbaar. Als
je referenda houdt over thema's die het volk bezighouden,
vererger je de problemen van de dramademocratie. Het volk
heeft andere dingen op de agenda dan het parlement: buitenlanders
en onveiligheid vooral. Zo vergroot je het onbehagen uit.'
Het vertrouwen van de burger in de overheid neemt ook af.
Hoe komt dat?
,,Onze democratie is zo volgroeid, dat veel bestuurswerk
door experts en technocraten wordt gedaan. Dat is een goed
teken: we hebben een stel regels en die technocraten zorgen
ervoor dat ze worden nageleefd. Die constitutionele traditie
beschermt de basisafpraken die we hebben, zoals de rechten
van het individu, tegen de grillen van de democratie. Dit
is de tegenhanger van de directe democratie. Als het Vlaams
Blok roept dat migranten moeten ophoepelen, kan een rechter
bepalen dat dit in strijd is met de Grondwet. Maar rechters
of ambtenaren vertegenwoordigen niemand. Neem de Europese
Commissie: ze doet goed werk, maar je hoort steeds meer
dat niemand er greep op heeft. Ik noem het `constitutionele
drift', want de slinger is denk ik te veel doorgeslagen.'
We hebben die basisregels toch nodig? Ze moeten toch worden
bewaakt?
,,De overheid laat veel aan technocraten over tegenwoordig.
Ze trekt zich zelf steeds meer terug, om niet te betuttelen,
want dat is ouderwets. Ze laat het sturen en besturen meer
over aan kleinere actoren. Geef scholen niet meer rechtstreeks
geld, maar geef mensen een voucher waarmee ze hun kinderen
naar een school naar keuze kunnen sturen. Maar als er wat
misloopt, is de overheid niet verantwoordelijk. In de wantrouwige
samenleving van nu, waarin mensen toch al zondebokken zoeken,
pikken ze dat niet. Ze stappen voor alles naar de rechter.
Je krijgt een slachtoffercultuur. Artsen vragen meer geld
per consult, omdat ze voor elke miskraam gedagvaard kunnen
worden.'
In België werd de weduwe van een vermoorde veekeurder
`vrouw van het jaar'.
,,Ze was kandidaat met onder anderen een astronaut en een
vereniging van ouders van doodgereden kinderen. Er was geen
politicus bij. Dat zegt wat. Het aantal rechtszaken stijgt.
Niet zelden zeggen mensen: wat de rechter heeft beslist,
vinden wij onterecht. Misschien moeten we meer discussie
krijgen over vonnissen. Moeten we rechters vragen om hun
onderlinge stemming openbaar te maken, of rechtszaken heropenen
als 150.000 mensen een petitie tekenen.'
Ondergraaft zo'n petitie het gezag van de rechtbank niet
nóg meer? En moedigt dit de massamedia niet aan om
die petities op touw te zetten?
,,Misschien, maar we moeten er iets op vinden. Justitie
spreekt altijd over de rechten van de burger, maar ze spreekt
die burger nooit. Juridische teksten zijn onleesbaar, vonnissen
totaal ondoorzichtelijk.'
Speelt toenemende individualisering daar ook een rol in?
,,Geloof, sociale bewegingen en gezin zijn als pilaren weggevallen,
de burger is een zappende kiezer geworden, maar met individualisering
heeft het niets te maken. De school, de media en de reclame
hebben grote invloed. Het idee dat we vrij kiezen, wordt
in elk onderzoek ontkracht. We worden geboetseerd als nooit
tevoren. Op grond van geslacht of opleiding kun je aardig
voorspellen welke kleding mensen kopen, op welk tv-kanaal
ze afstemmen, hoe ze stemmen. Dat we `uniek zijn' is een
debiliserende illusie. Dat die illusie zo hardnekkig is,
geeft aan hoe slecht we onze nieuwe maatschappij kennen.'
Hoe kunnen politici het contact met de burger herstellen?
,,Door de burger weer serieus te nemen. Ze moeten hun agenda
niet meer laten dicteren door de media of door een chatsessie
via internet, waaraan maar een klein segment van de bevolking
meedoet. Politici moeten zorgen dat de partijen de burger
weer wat te bieden hebben. Ze moeten praten met belangenorganisaties
zoals vakbonden of artsenverenigingen, in plaats van op
tv met wat passanten te babbelen. Die organisaties kiezen
hun bestuur democratisch, ze hebben knowhow. Ook moeten
partijen hun mensen anders recruteren, met meer nadruk op
de ontplooiing van talent en het opdoen van ervaring, en
minder op communicatieve vaardigheden. Vroeger beschikten
de partijen over een `middenveld' waarin burgers een rol
speelden: scholen, ziekenfondsen, enzovoort. Dat is weggevaagd.
Het is goed om dit middenveld weer te activeren. Zo geven
politici de burger weer de indruk dat er naar hem geluisterd
wordt. Dat het zín heeft om je ergens voor in te
spannen. Dat mensen geen engagement meer hebben, klopt niet.
Het aantal mensen dat aan het verenigingsleven deelneemt,
blijft constant. Ruim 50 procent van de Vlamingen doet iets
bij een vereniging, ruim 10 procent bekleedt een bestuursfunctie.
Sportclubs, lezingen, seniorenreisjes, vrijwilligerswerk,
buurtverenigingen - ze floreren niet alleen, ook in Nederland,
ze zijn ook een recept tegen de verzuring.'
De burger, schrijft u, moet ophouden met zichzelf te overschatten.
,,Mensen denken dat je alle partijprogramma's moet bestuderen
om te kunnen stemmen. Onzin. Dat is onze nieuwe levenshouding:
het megalomane van het zelf. We moeten bescheidener zijn.
Ik ben geneigd om trouw te blijven aan gevestigde partijen
die een bekende track record hebben, die me niet al te zeer
teleurstellen. Ik laat me leiden door een simplificatie
als `Ben ik vóór de democratie?' of `Wil ik
het bestaande systeem handhaven?' Populistische partijen
vallen voor mij af, omdat ze me hierop niet kunnen geruststellen.'
Hoe ziet het einde van de democratie eruit?
,,Een soort huwelijk tussen populisme en constitutionalisme.
Een keiharde, ongelijke samenleving. De vrije markt regeert
- bewaakt door technocraten. De overheid trekt zich verder
terug: onderwijs en de media worden geprivatiseerd. Staten
worden zwakker, wat meer migratie en identiteitsproblemen
veroorzaakt. De media gaan op in nog grotere concerns, die
vrij spel hebben zolang ze de mededingingsregels respecteren.
Politici zijn partijloze, mediagenieke figuren. De burger
wordt een kiezende, klagende klant. De speelbal voor marketingmensen.
Hij wil steeds liever schuilen bij een sterke leider, die
weet te scoren op de belangrijkste thema's: identiteit,
veiligheid en criminaliteit.'
Bent u bang dat u dat nog gaat meemaken?
,,De kiemen zijn er. Ik begrijp de kritiek op ons huidige
systeem, en onderschrijf die voor een deel. Maar ik ben
bang dat we het kind met het badwater weggooien. Toch zie
ik ook goede ontwikkelingen. In Vlaanderen heeft een aantal
organisaties een samenwerkingsverband gecreëerd dat
ze de `Staten-generaal van het middenveld' noemen. Hoofdmoot
is de vraag: hoe kunnen we de democratie weer zin geven?
Ik merk ook dat sommige media meer nadenken over hun rol,
omdat ze zich bewust worden van hun impact op de samenleving.
Bepaalde kranten willen af van het anekdotische verslaggeven.
Verder zie ik dat de neiging afneemt om het internet als
veredelde volksraadpleging te gebruiken. Dus voilà,
er is nog hoop.'
Copyright: Gruyter, C. de
[
top | reacties welkom postbus@j-accuse.nl
]
|