Leve de keppeltjes, leve de hoofddoekjes
door Anet Bleich

In deze turbulente tijden doe ik 's ochtends, zodra ik wakker ben, meteen de radio aan en haal de ochtendkranten uit de bus. Er kan immers in die paar uur dat ik van de wereld ben weer van alles zijn gebeurd. Misschien is het kabinet gevallen. Misschien houdt het Israëlische leger weer huis in een Palestijns vluchtelingenkamp. Misschien heeft een Palestijnse zelfmoordenaar zich weer opgeblazen in hartje Tel Aviv.
Toen ik gisterochtend nog wat slaperig op de rand van m'n bed zat - ja, inderdaad, het kabinet Kok stond op vallen, hoorde ik op de radio, en de Israëli's waren weer binnengerukt in Tulkarem -, en de Volkskrant doorbladerde, kreeg ik even het gevoel dat ik het spoor in het labyrint van de tijd nu definitief bijster was. Was dit de Volkskrant van 16 april 2002? Of was het de Völkischer Beobachter van pakweg 16 april 1934?
Ik zag een spotprent van een louche, vette jood (die neuzen hè, daar herken je ze aan!), met naast hem een onschuldig blond schatje. De jood beweert dat zwart wit is, het schatje zegt dat dat niet zo is, waarop de engerd concludeert: 'Het antisemitisme neemt weer hand over hand toe'. Ha, ha, ha!

Voelt u hem? Steen en been klagen ze altijd, die joden, over dat antisemitisme, waarmee ze iedereen monddood maken. Maar ze zijn er zelf de schuld van, met hun gelieg ! Nogmaals, een prent die rechtstreeks uit de koker van de nazi-propaganda had kunnen komen. Dus dit kan toch helemaal niet? In de Volkskrant van gisteren?
Van de hand van die aardige Jos Collignon? Nog maar eens goed kijken dan, of ik niet een dubbele bodem heb gemist. ja, ik zie het al, op de rug van de jood staat: Sharon. Kan het dan wel? Kan ik er zo mee leven? Nee! Net zo min als met spandoeken waarop Sharon met Hitler wordt gelijk gesteld of de Davidsster met het hakenkruis.
Het zal heus de bedoeling niet zijn geweest van Jos Collignon om een antisemitische spotprent te maken. Hij zal heus niets anders hebben willen zeggen dan: Sharon heeft een grote mond over antisemitisme, maar gezien wat Israël op dit moment doet in Palestijns gebied is dat een gotspe. Is dat zo?
Niet helemaal. Als premier van de joodse staat Israël, die zijn bestaansrecht ontleent aan de noodzaak van een veilige haven voor vervolgde joden elders ter wereld heeft Sharon het recht en de plicht om te waarschuwen voor oplaaiend antisemitisme. Maar tegelijk is het zo logisch als wat dat de gewelddadige, wrede wijze waarop Sharons regering een oplossing van het conflict met de Palestijnen tracht te forceren woede oproept tegen Israël en daarmee ook weerzin tegen joden. Sharons politiek draagt niet bij aan bestrijding van antisemitisme, maar versterkt het. Wordt het daardoor ook weer salonfähig? Te begrijpen, misschien zelfs te rechtvaardigen?
Dat lijkt me niet. Het is ook een niet te weerleggen feit dat het terrorisme van Bin Laden en de aanslagen van 11 september sterk hebben bijgedragen aan een anti-moslim stemming in de westerse wereld. Maar dat betekent niet dat zulk anti-islamisme terecht is! Iedere moslim(a) heeft het volste recht zijn/haar religieuze en culturele identiteit in vrijheid te beleven. En dat recht dient ook beschermd te worden door een democratische en tolerante overheid. Leve de hoofddoekjes! Leve de keppeltjes! En nou maar hopen dat ze niet met elkaar op de vuist gaan.
Nog even terug naar Collignon. Over de boodschap die hij, naar ik vermoed, heeft willen uitdragen: 'Sharon draagt met zijn politiek bij aan antisemitisme en hij klaagt er nog over ook', valt een zinnige discussie te voeren. Over de beelden waarin hij deze gedachte heeft uitgedrukt, kan dat niet Die zijn antisemitisch. Mogelijk heeft de tekenaar dat niet beseft.
Maar dat maakt het niet beter. Want er blijkt alleen uit hoe dicht onder de oppervlakte van het bewustzijn een karikaturaal en kwaadaardig beeld van joden kan leven. Twintig eeuwen anti-joodse theologie hebben in de christelijke cultuur een diep spoor nagelaten. En ondanks alle (zelf)kritische reflectie daarop sinds de holocaust, kunnen die anti-joodse beelden blijkbaar weer gemakkelijk naar boven komen als gevolg van een prikkeling van buitenaf.

Zaterdagmiddag, 13 april. Ik zit op de bank en lees het artikel 'Oorlog bij de voordeur' van de Palestijnse econome Salwa Duaibis (Reflex, 13 april). Het gaat over Ramallah, de benarde toestand daar, het willekeurige optreden van Israëlische soldaten. De tranen spongen me in de ogen. Een mooi stuk! Op dat ogenblik is mijn dochter met een vriendin aan het winkelen in de Kalverstraat. Op weg naar de tram raakt ze verzeild in de pro-Palestina demonstratie die net gaande is. Ze ziet Davidssterren en hakenkruisen. Ze hoort mensen - meestal in het Arabisch - opgewonden dingen roepen over Sharon. Ineens, schreeuwt een man naast haar: 'Kankerjoden!'
Aanstaande zondag is er in Amsterdam weer een demonstratie gepland, tegen antisemitisme, vóór Israël. Ik zal er niet zijn. Ik ben tegen antisemitisme, ik ben solidair met de geterroriseerde burgers van Israël. Maar ik ben tegen de politiek van Sharon. Kom op, kankerjoden en kut-Marokkanen! Wordt het geen tijd dat we samen de straat op gaan? Tegen racisme, antisemitisme en anti-islamisme, vóór een vreedzaam, veilig, democratisch Midden-Oosten?!


Bron: Volkskrant, 17 april 2002

[ top | reacties welkom postbus@j-accuse.nl ]